Als jij oké bent

dan ben ik oké 

Wat is codependentie?

Codependentie is een autonome stressrespons (overleefrespons) die (vaak) ontstaat in de vroege kindertijd. Wanneer je als kind de relatie met je (ongereguleerde angstige of beangstigende) ouder(s) moest reguleren om zelf veilig te blijven #zelfregulatie Om deze relatie heel en veilig te houden moet je je eigen behoeftes achterhouden om afwijzing en verlating te voorkomen.

Een acceptabele ‘ik’

Je moet zo noodgedwongen een ‘ik’ creëren die acceptabel is voor de ander: een ‘ja’ van de verzorgende ander is voor een kind van levensbelang. Ook als je dan ‘nee’ moet zeggen tegen kanten van jouzelf. Als kind geven we zo alles op voor contact. Ook onszelf, onze behoeftes en wat goed is voor ons. Ook onze ‘nee’ naar onze ouder(s) verdwijnt dan al snel uit zicht, wordt overruled, onklaar gemaakt. Als kind doen we tenslotte alles om te voorkomen dat we er alleen voor komen te staan (ook emotioneel). Dat is de grootste dreiging die er is, voor een kind. Deze respons leidt uiteindelijk tot een verlies van wie jij (in zijn geheel) bent.

Dit patroon nemen we uiteindelijk vaak onbewust mee ons volwassen leven in. Waar we deze overleefidentiteit herhalen met onze partner, vrienden en/of collega’s. Ook als deze personen wél veilig zijn en geen bedreiging vormen. Dit is inmiddels wie we denken dat we (moeten) zijn om een relatie (goed) te houden. We zijn er expert in geworden om relaties heel te houden.

therapie codependentie
therapeut weesp codependentie

Alles voor de relatie

Om de relatie zo veilig mogelijk te houden, laat je ook in het hier en nu koste wat kost de relatie met de ander voorgaan op de relatie met jezelf. Je stemt de ander gunstig door te helpen, te pleasen, je vermijdt conflicten en grenzen, zegt niet meer wat je eigenlijk wilt en wat goed voelt voor jou. Het voortbestaan van de relatie wordt belangrijker dan het voortbestaan van je eigen ik. Zo raak je langzaam verweven met het leven van de ander, terwijl je eigen innerlijk terrein verwaarloosd raakt. De ander wordt zo tegelijk de (potentiële) bron van verlatingsangst én de enige die diezelfde angst kan verzachten. Het is een paradox: je zoekt houvast bij degene die jou ook kan laten wankelen. Net als vroeger.

Mogelijk heb je de behoefte om de afstand tussen jou en de ander te reguleren. Je wisselt dan af tussen het verlangen van nabijheid en gecontroleerde afstand. Of juist één van beide. In beide gevallen is er een diepe angst dat je er alleen voor komt te staan of gekwetst wordt. Ook wanneer je de afstand zo klein mogelijk wilt houden, blijf je toch emotionele afstand ervaren. Je laat liever niet zien hoe het echt met je gaat uit angst voor afwijzing en alsnog die zo gevreesde verlating.

Hoe we het nog steeds blijven doen

In deze overlevingstoestand heb je geen toegang tot andere opties. Vluchten voelt gevaarlijker dan blijven. Want wie weggaat, riskeert afwijzing en verlating – en dat is precies de oude wondpijn die je nu nog koste wat kost probeert te vermijden. We vluchten wel in piekeren, hard werken (voor de relatie), verslavingen.
Zo kan je gevangen blijven in een patroon waarin de toestand van de ander jouw innerlijke barometer blijft. En in deze afhankelijkheid verlies je het zicht op jouw eigen behoeften, je eigen gezonde grenzen, jouw eigen ‘ik’.

codependentie therapeut weesp amsterdam relaties moeder

Herken je jezelf hierin?

Heb je niet de kans gehad je te ontwikkelen tot wie je echt bent? Ben je niet opgegroeid met een emotioneel vangnet? Herken je ook dat je omgeving je moeilijk begrijpt als je twijfelt of je wel (en hoe dan?) of geen contact wilt met je ouders (het zijn toch je ouders)?