Ik word nooit geloofd
Wat het met je doet als je van jongs af aan niet serieus wordt genomen en wordt betwijfeld
“Wat is het ergste dat jij hebt meegemaakt, mama?”
Die vraag stelde mijn zoon me laatst. En het zette iets in gang.
Mijn gedachten vlogen terug naar vroeger. Naar angstige momenten, grensoverschrijding, een continue staat van alertheid. Maar terwijl ik de beelden langs liet komen, besefte ik: dat was niet het ergste.
Het ergste was dat ik nooit geloofd werd.
Ik word nooit geloofd – en dus stond ik er alleen voor
Als kind voelde ik me vaak verloren. Niet omdat ik niet wist wat ik voelde, maar omdat niemand het leek te willen erkennen.
“Je overdrijft.”
“Je begrijpt het verkeerd.”
“Zo erg zal het toch niet zijn?”
Ik werd betwijfeld, geminimaliseerd, genegeerd. En dat sloopte mijn zelfvertrouwen.
In een omgeving waarin je niet wordt geloofd, sta je er alleen voor. Je verliest het contact met je innerlijke kompas. Je leert: mijn waarheid doet er niet toe.
Leven in een wereld waarin je niet wordt geloofd
“Ik word nooit geloofd” is niet zomaar een gedachte. Het is een diepe overtuiging die zich vastzet in je systeem.
Een omgeving waarin jouw ervaringen worden ontkend, is onveilig. Niet geloofd worden betekent: geen bescherming, geen bevestiging, geen spiegel. En dus ook geen veilige basis om op te bouwen.
Als kind weet je dan: ik moet dit alleen doen. En dat maakt je extra kwetsbaar voor alles wat daarna komt.
Als niemand je gelooft, geloof je jezelf op een dag ook niet meer
Misschien is dat wel het pijnlijkste gevolg: je raakt jezelf kwijt.
Je sluit compromissen met je gevoel. Je leert jezelf te wantrouwen.
En om bij de ander in de buurt te mogen blijven – bijvoorbeeld een ouder die je nodig hebt – ga je hun werkelijkheid geloven in plaats van die van jezelf.
Dan ontstaat er iets wat ik zelfgaslighting noem. Je drukt je eigen waarheid weg, omdat die te gevaarlijk voelt. En daarmee verliest een kind zichzelf.
De schade van nooit geloofd worden
Wat er gebeurt als je steeds te horen krijgt dat je gevoel niet klopt? Dat jouw waarneming niet deugt? Dan ontstaat er zelftwijfel. Zelfverraad. Schaamte. Een diep gevoel van eenzaamheid, zelfs in gezelschap.
En dat draag je mee. In relaties, in werk, in vriendschappen en in hoe je naar jezelf kijkt.
“Ik word nooit geloofd” wordt een bril waardoor je de wereld bekijkt – en dat maakt het extra moeilijk om anderen wél te vertrouwen.
Herstellen van ‘Ik word nooit geloofd’
Als je dit herkent, wil ik je dit zeggen:
Het lag niet aan jou.
Je gevoelens waren echt.
Wat je meemaakte was echt.
Je hebt gedaan wat nodig was om te overleven. Daar hoef je je niet voor te schamen. Je hoeft er alleen niet meer te blijven wonen.
Herstel begint bij (h)erkennen. Bij ruimte maken voor jouw waarheid, ook als die lang niet mocht bestaan.
Jij verdient geloof – ook van jezelf
Het is tijd om die zin los te laten: “Ik word nooit geloofd.”
Want je mág geloofd worden. Je mág jezelf weer vertrouwen.
En je bent niet de enige. Je hoeft het niet alleen te doen.
Herken je dit patroon?
Weet dat je welkom bent om je verhaal te delen.
Je hoeft het niet opnieuw te bewijzen – ik geloof je.