Manipulatieve moeder
“Bij jou moet ik op eieren lopen”
Zei mijn moeder vaak. En dat wilde ik natuurlijk niet, dat zij dat deed voor mij. Ik kon aan haar zien hoe vervelend ze dat vond: haar (over)gevoelige dochter.
De boodschap die ik hoorde was: jij doet moeilijk en daarom moet ik nu voorzichtig doen met jou.
Mijn manipulatieve moeder maakte mij dader en zichzelf slachtoffer van mij, haar kind van vijf.
Wat er werkelijk gebeurde was, dat als ik mijzelf was, dat lastig was voor háár. Voor mijn manipulatieve moeder mocht ik alleen dát voelen en zijn, wat haar uitkwam.
Dat mijn oversture gevoelens kwamen door haar frontaliteit:
- ik bedoel het goed,
- zou je niet dit,
- waarom doe je het zo,
- waarom doe je moeilijk/negatief/overdreven
- (waarom voel je überhaupt?)
Dat, dat werd niet gezien. Ook later door mezelf niet.
Wat ik van mijn manipulatieve moeder leerde
Om te overleven ging ik met mezelf om, zoals mijn moeder dat deed met mij.
Tamelijk meedogenloos: ik strafte mezelf als ik verdriet had, vond mezelf een aansteller en labiel.
Mijn innerlijke bandbreedte werd zo gelijk aan die van mijn manipulatieve moeder: ik stopte met voelen.
Dan hoefde zij niet op eieren te lopen voor mij. Zo was ik dus loyaal aan haar.
Dit heb ik behoorlijk lang volgehouden. Totdat er geen houden meer aan was: ik ging beetje bij beetje voelen. En dat was en is een klus. Want door dat te doen neem ik afstand van wie ik moest zijn: de dochter die zij wél wilde, die niet voelde.
Effecten van een manipulatieve moeder
Naast het stoppen met voelen en dat weer aanleren was een ander effect dat mijn manipulatieve moeder op mij had, dat ik mezelf verloren voelde. Nog steeds kan ik mezelf verloren terugvinden, want waar hoor ik dán bij?
Voelen hoe verloren ik was helpt, voelen hoe ík (innerlijk) op eieren heb moeten lopen helpt.
Zo vind ik mijzelf terug waar ik mezelf kwijtraakte. Zo’n innerlijke hereniging gaat bepaald niet altijd over rozen. Het is pijnlijk én kloppend tegelijk. Ze noemen het rouwen.